Aardappelen telen in zakken is niet moeilijk, vraagt niet veel plaats en vergt geen dure investering. Je moet er wel op het juiste moment aan denken, want zonder pootgoed kan je geen aardappelen telen. En dat pootgoed is niet het hele jaar door verkrijgbaar.
In februari kan je pootgoed kopen van vroege aardappelsoorten, vaak verkocht als een primeurgroente. Ze hebben een korter groeiseizoen dan bewaaraardappelen en zijn na ongeveer 90 dagen klaar voor de oogst. Ze mogen ook vroeger in het seizoen geplant worden en dus is de kans op aantasting door ziekten of plagen vrij klein.
Primeurs kweken om van te smullen
Voorbereiding
Laat het pootgoed binnen voorkiemen. Leg de kleine aardappels in een eierdoosje op een vensterbank, bij een temperatuur van ongeveer 18 °C. Als de kiemen 1 cm lang zijn, mag de kamertemperatuur zakken. Enkele dagen later zijn ze klaar om te planten.
De juiste aardappelzak is minstens 40 cm hoog en breed en gemaakt van stevig plastic. Onderaan maak je gaatjes, zodat het overtollige water kan wegvloeien, want aardappelen haten natte voeten. Grove compost of tuinaarde zijn ideaal om de zakken mee te vullen als je gaat planten.
Noteer op de kalender de dag dat je gaat planten of beter nog de dag dat je 'in theorie' zal kunnen oogsten.
Zakken vullen
Neem een grote en stevige plastieken zak (zo kan je hem hergebruiken). Maak onderaan enkele gaten om het giet water te laten weglopen. Vul de zak met 10 cm compost of tuingrond.
Leg één pootaardappel in het midden van de zak. Zorg ervoor dat de meeste kiemen naar boven wijzen, maar dat zal vaak een beetje puzzelen zijn. De kiemen mogen niet afbreken, want ze zijn de voorlopers van het blad.
Dek de pootaardappel af met 10 cm compost of grond. Naargelang van de weersomstandigheden kan het nuttig zijn om de zakken nog een week in de garage (of op een lichte plek) te houden. Geef water.
Bij goed weer mag de zak naar een warme plek buiten. Geef regelmatig water zodra de bladeren verschijnen.
Aanaarden
Als de stengels een hand hoog zijn, moet je aanaarden, net zoals dat gebeurt in de ‘grote’ moestuin. Dat doe je door de zak op te vullen met grond tot de bovenste blaadjes er net uitsteken. Herhaal dat zeker nog tweemaal, telkens als de plant opnieuw een hand hoog is. Deze handeling zal de stengel aanmoedigen om meer scheuten te geven, en bijgevolg een grotere aardappeloogst. Geef de planten regelmatig water zodat ze niet uitdrogen.
Aanaarden stimuleert de plant om meer knollen te vormen en vermijdt groenverkleuring door het zonlicht. Dek de zakken af als nachtvorst voorspeld wordt of haal ze tijdelijk naar een warmere plek.
Oogsten
Na de bloei zijn de aardappelen klaar om te oogsten. Even voelen of de knollen dik genoeg zijn voor je eetlust, is genoeg om te beginnen oogsten. Giet de zak open op een dekzeiltje en rapen maar.