Van bloemen worden we vrolijk. Hoe dat komt? Bloemen prikkelen verschillende zintuigen tegelijk. Hun symmetrische vormen en kleuren trekken de aandacht via onze ogen, hun reuk wordt opgevangen door onze neus en onze tastzin wordt geactiveerd door de hoge aaibaarheidsfactor van de bloemen en bladeren.
En er is nog een verklaring waarom we vrolijk worden van bloemen: de associatie met prettige dingen. Bloemen horen bij de bijzondere momenten in het leven. Redenen genoeg om je eigen tuinboeketje te zaaien.
Bloemen zaaien
Het makkelijkste is om de zaden in volle grond uit te strooien op een plekje dat je hiervoor klaargemaakt hebt. Nadeel is dat achter je rug om de vogels, katten en andere tuinbezoekers de zaadjes opeten of lekker gaan rollen in de warme aarde. Om dat op de lossen, kan je de bloemen vooraf zaaien in bakjes. En pas uitplanten naar de tuin als het vierde blaadje verschenen is.
- Zaai in februari: lamsoor, Verbena, reukerwt
- Zaai in maart: Gypsophyla, leeuwenbekje, goudsbloem
- Zaai in april: klokwinde, zonnebloem, Cerinthe
- Zaai in mei: Lunaria, Cosmos, Amaranthus, Zinnia
Wees origineel
Alle soorten bakjes, schaaltjes, potjes en schoteltjes komen in aanmerking om bloemen in te zaaien. Belangrijk is dat onderaan gaatjes gemaakt zijn om het teveel aan gietwater te laten wegvloeien.
Hoe meer potjes je gebruikt, hoe meer ruimte je nodig hebt om alles te stallen. Als het voor de soort nodig is de jonge planten te beschermen tegen de koude, moet je voorzien dat de planten tot half mei binnen kunnen staan in het licht en de warmte. Dan kan het handig zijn om op andere manieren te zoeken om te zaaien.
In de traditionele langwerpige bloembakken. Dit moment van het jaar heb je ze nog niet nodig voor de vensterbebloeming. Dus kan je deze bakken tijdelijk benutten om in te zaaien. Zet labels indien je meer dan een soort bloemen zaait. Voor hele fijne zaden die je bijna niet kan vastnemen, is dit een handige manier van werken. Strooi de zaden dun uit en dek ze ook dunnetjes af met potgrond of fijne compost.
Zaaien in een dakgoot. Uiteraard geen lange goot, maar in hanteerbare stukken gezaagd. Vullen met aarde en zaaien. Als de zaailingen een paar centimeter groot zijn, kan je ze zo buiten zetten zonder te verspenen of verpotten. Maak een U-vormige geul die net zo diep en lang is als de goot. Geef de zaailingen flink wat water zodat de aarde niet uit elkaar valt en laat ze voorzichtig in de geul glijden. Werk elke keer met een stukje van ongeveer 30 cm. Laat het eerste stukje in de geul glijden, duw het volgende deel naar voren en laat dat dan in de geul glijden, tot alles in de aarde zit.
Meer lezen over zaaien en planten