
Egeltjes zijn -helaas- niet zo schattig als ze er uitzien. Maar het idee dat er eentje in je tuin rondscharrelt, maakt een tuinbezoek spannend. Zeker kinderen laten hun fantasie graag de vrije loop en zien zich al rollen met het egeltje over het gras. Tips dus om er eentje te lokken.
Waarom altijd zo netjes?
Een rommelhoekje waar wat dikke en dunnere takken verzameld op een hoopje liggen, afgedekt met wat afgevallen bladeren, overwoekerd met wat onkruiden (wat is onkruid?). Dat is de plek waar een egel zich in de winter wil ophouden en in de zomer een nest maakt om kleintjes te krijgen. Een egel komt vanzelf in je tuin als hij/zij daar een leuk plekje en voedsel vindt. Het nadeel van zo een rommelhoekje is: (1) het ziet er rommelig uit en in een kleine tuin komt dat niet altijd van pas en (2) als je ooit zou moeten opruimen, verstoor je misschien de egel op een slecht moment. Het alternatief is een georchestreerde rommelhoek of een egelhuis plaatsen.
Huisjes in alle maten en soorten
Er zijn in de tuincentra of via webwinkels heel wat soorten egelhuisjes te koop, afgewerkt of in bouwpakket. Ze zijn echter niet zo goedkoop. Een eenvoudig exemplaar kan je zelf maken met kinderen. Naargelang de leeftijd en mogelijkheden kan je variëren van een takkenwalletje tot een timmerwerk uit schroothout.
Takkenwal van snoeihout
Dit is makkelijk te maken en de kleinste leerlingen kunnen mee helpen de wal te vullen met takken en snoeiafval. Je kan werken met een dubbele rij paaltjes waartussen je de takken steekt. De mooiste uiteraard aan de buitenste kant. Als alternatief werk je met een draad (metaal of geplastificeerd) met grove gaten. Opvullen met snoeiafval en bladeren is kwestie van een zonnige dag en veel helpende handjes. Voor de praktische realisatie kan je misschien beroep doen op de compostmeester in je dorp.
Egelhuisje
Als je zelf aan de slag wil gaan om een huisje te bouwen, kan je terecht op tal van websites die een bouwmodel aanbieden. Kies een model in functie van het materiaal dat je beschikbaar hebt en de vaardigheid van (enkele) leerlingen.Enkele tips voor je aan de slag gaat:
- Het huis wordt gemaakt van ongeverfd hout. Anders laat de egel zich afschrikken door de geur of heeft hij last van de eventuele giftigheid van het gebruikte product.
- Zorg ervoor dat je het egelhuis kan uitkuisen nadat het bewoond geweest is. Na de winterslaap is een goed moment voor de grote schoonmaak. Gebruik geen producten, wel een borstel met warm water. En let op voor ongedierte, dat zou kunnen irriteren.
- Ventilatie is belangrijk in het egelhuis. Het mag echter niet binnen regenen langs de inloopopening.
- De ingang is een tunnel of doolhofje, lang genoeg zodat katten er niet inkruipen. Koude tocht kan het huisje niet binnen als de opening afwendt van het noorden of noordoosten.
- Het huis wordt best geïsoleerd tegen de koude met zand, takken of bladeren. Het is dan meteen ook gecamoufleerd.
Egelweetjes
- Een egel is vooral ’s nachts en in de schemering actief, overdag slaapt hij. Tot 18 uur per dag.
- Een egel kan goed wandelen. Hij/zij kan tot 5 km ver lopen op zoek naar eten, een schuilplaats of een partner.
- Een egel is een alleseter. Met grote voorkeur voor insecten, slakken, regenwormen, duizendpoten, muggen, rupsen. Kattenvoer (nat of droog) en fruit staan ook hoog op het menu.
- Een egel drinkt graag melk maar wordt er erg ziek van. Niet aanbieden dus!
- Een egel heeft gemiddeld 6.000 stekels van 1 tot 2 cm lang.
- Een egel ziet slecht, ruikt des te beter en een gezond exemplaar heeft een natte neus.
- Een egelmannetje of –vrouwtje ziet er net eender uit. Een volwassen versie kan tot 1.200 gram wegen, 30 cm lang zijn met een kort staartje.
- Een egelvrouwtje maakt tussen juli en oktober een nest voor de jongen. Let dus op als je na de zomer de composthoop wil omzetten. Er zou een egelnest in kunnen zitten!