Hans Bevers is samen met zijn ouders een van de land- en tuinbouwersgezinnen die je in de Aveve-winkels kan spotten bij de afdeling met verse groenten en fruit.
Onder de naam #Boerentrots wil de winkel nog meer een gezicht geven aan de lokale telers. Geen anoniem bakje aardbeien dus, maar een gezond en lekker product van hier.
Wanneer er door de serre wordt lopen, kan ook de teler zelf het niet laten om geregeld een mooie aardbei te plukken en meteen op te eten. Oprechtere reclame voor je product bestaat niet. “Een goede Belgische aardbei, die heeft een smaak die je met geen ander kan vergelijken”, weet Hans Bevers.
Het was vader Dirk die in 1985 in de tuinbouw startte, toen nog als tomatenteler. “We hebben tomaten gekweekt tot 1996. Toen werd het moeilijker om geschikt werkvolk te vinden en schakelde ik over op paprika’s. Die kon je met minder mankracht telen. Intussen rondde zoon Hans zijn studies af aan wat toen nog de Katholieke Hogeschool Kempen heette (nu Thomas More Campus Geel) en nadat hij een paar jaar ervaring opdeed in een ander bedrijf, ging hij in 2011 in het ouderlijk bedrijf aan de slag en maakte de familie Bevers de overstap naar aardbeien.
“Ook in de paprika groeiden we en het vraagstuk met de werknemers stak opnieuw de kop op. De investering die gepaard gaat met een nieuwe teelt was te groot voor mijn vader alleen, dus hebben we het samen gedaan. We startten met 2 ha aardbeien in de kas. Omdat er nog een gat in de productie was, hebben we een folieserre bij gezet. Zo konden we die leemte opvangen en ons werkvolk een volledig jaar aan de slag laten.”
Een tiental mensen werkt constant op het bedrijf, in de piekperiode is dat het dubbele. “In december planten we al de eerste teelten op, tegen februari zijn we daarmee rond, althans wat de verwarmde teelten betreft. De koude teelten beginnen we dan pas op te planten. Wanneer de bloemen komen, halen we die door, zodat we later makkelijker kunnen oogsten. We planten op in verschillende stukken, zodat we continu kunnen oogsten. We kweken ook onze eigen planten op.
In de maand juli moeten we het trayveld opzetten met de plantjes voor het volgende jaar. Wij stoppen met plukken in de week vóór Kerstmis en starten opnieuw midden maart. Zo kunnen wij in totaal negen maanden per jaar aardbeien leveren. Elk jaar gaan hier zo’n 300.000 kilo aardbeien buiten. Die verkopen we in een aantal automaten, maar het overgrote deel gaat naar Coöperatie Hoogstraten.”
Appreciatie van de consument
“Het mooiste aan de job is de vrijheid die je hebt, de zelfstandigheid. En natuurlijk ook de waardering van de consument die het product koopt. Op de bakjes staat tegenwoordig een code met de boodschap ‘Leer je eigen teler kennen’. Mensen vinden achter die code wat informatie over ons en ons bedrijf en ze kunnen ons een berichtje sturen. Lang niet iedereen doet dat natuurlijk, maar af en toe krijgen wij toch mailtjes, zowel uit binnen- en buitenland, van mensen die ons vertellen hoe lekker en zoet onze aardbeien zijn. Je doet het natuurlijk niet voor die berichtjes, maar het is wel fijn te lezen dat de consument het product apprecieert.”
Innovatie en samenwerking
“Stilstaan is achteruitgaan. Ik denk niet dat ik tot aan mijn pensioen ga kunnen blijven werken zoals we dat nu doen”, blikt Hans vooruit. “Er zijn natuurlijk wel uitdagingen. De papierwinkel blijft altijd maar toenemen. En ook het vinden van geschikt personeel blijft een uitdaging. Hier loopt dat nu gelukkig nog goed, maar ik blijf toch waakzaam.
De regelgeving rond vergunningen wordt alsmaar strenger, maar ik zie toch nog wel mogelijkheden om hier op termijn uit te breiden. In 2017 ben ik al een samenwerking aangegaan met collega-aardbeiteler Hans Van Loon, in de vorm van een nieuw aardbeiteeltbedrijf. In 2018 en 2019 hebben we aan een folieserre gebouwd met een oppervlakte van 3 ha. Ook hier kweken wij elk jaar zo’n 300.000 kg aardbeien. Ik ben er sterk van overtuigd dat de toekomst ligt in samenwerking. Het is een manier om mee te kunnen gaan in schaalvergroting en het zorgt er ook voor dat de job werkbaar en leefbaar blijft voor de bedrijfsleider. Je kan de taken verdelen en dat verlicht het werk. Ik wil, net als elk ander gezin, ook wel eens met vakantie gaan.
Tijd vrijmaken voor het gezin is enorm belangrijk. Er moet een goede balans zijn tussen familie en bedrijf. En dat kan door samen te werken met een andere teler. Mochten Hans en ik elk een eigen bedrijf opstarten dat half zo groot is als onze samenwerking, zouden we daar minder opbrengst uithalen en er meer werk moeten insteken.
Ook op het vlak van de teelt en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen willen wij optimaliseren. We maken nu al gebruik van natuurlijke bestrijders die we preventief inzetten tegen trips, spint en bladluis. We werken maximaal biologisch, en maken zo veel mogelijk gebruik van biologische alternatieven. Momenteel zijn wij een van de drie aardbeitelers in ons land die een nieuwe innovatie aan het uittesten zijn: een robot met uv-licht die ’s nachts een volautomatische behandeling doet om witziekte te bestrijden. Deze ontwikkeling staat nog in de kinderschoenen, maar mocht dit lukken, betekent dat voor de toekomst een enorme reductie van de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen die wij moeten gebruiken.
Onze aardbeien telen wij op substraat. Daar gebeurt na de teelt nu niets meer mee. We zijn ook aan het bekijken hoe we die eventueel kunnen verwerken en verkopen om opnieuw te gebruiken als potgrond, bijvoorbeeld voor bloeiende planten. Het zou heel mooi zijn om in de winkel onze aardbeien te zien staan naast een plantje dat groeit op het substraat dat voor ons een reststroom is.”
Geschreven door Liesbet Corthout.
