
Eigen foto: Bonheiden
Mobilab staat voor het opzetten van burger- en expertenlabs gedurende twee jaar om uit te zoeken hoe we (de burger, de overheid) onze mobiliteit kunnen verduurzamen. Het project wordt financieel ondersteund door Vlaanderen en de provincie Limburg en is uitgevoerd in drie gemeenten (Oudsbergen, Peer, Pelt). Elk van die gemeenten kreeg procesbegeleiding van medewerkers van zowel Landelijke Gilden vzw als van Mobiel 21 vzw.
Bij de start van het project bleek uit een bevraging dat mensen wel bereid zijn om hun gedrag aan te passen, maar dat het in veel gevallen gewoon te moeilijk is om dit te doen. Samenwerken en het invoeren van nieuwe mobiliteitsvormen bleken daarvoor oplossingen. In het Inspiratieboek opgesteld door Marieke de Boe, projectleider Mobilab, staan deze en andere oplossingen beschreven.
Bij de inleiding van de studiedag waren zowel Steven Matheï, burgemeester van Peer, als Inge Moors, gedeputeerde provincie Limburg, het roerend eens. Dit type projecten waar de lokale besturen kunnen ervaren hoe ze in de praktijk hun mobiliteit kunnen ‘volhoudbaarder’ maken, zijn zeer waardevol. Ze geven immers antwoorden op de vraag hoe de ‘first and last mile’ moeten aangepakt worden.
Die ‘first and last mile’ was ook de bekommernis van Guido Vaganée, coördinator vervoerregiowerking bij VVSG vzw. De zo gewenste mobiliteitsswitch, of het nieuwe concept in plaats van ‘basisbereikbaarheid’, staat of valt met het voor- en natraject, en op het platteland waar e-bikes beginnen te floreren, zeker met het voortraject. Wie het OV neemt voor de hoofdverplaatsing, moet zich eenvoudig kunnen verplaatsen naar de halteplaatsen. Een filmpje uit Estland toonde een mooi voorbeeld. Een goede locker voor een privé e-bike in het Mobipunt lijkt nuttiger dan een aantal deelfietsen. (zie presentatie)
Bart Dumoulin, projectmanager mobiliteit van BBL vzw, was aangenaam verrast toen hij vernam dat het Mobilab project ook logistieke vraagstukken opnam. Zijn ervaring leerde hem dat er weinig over geweten is, zeker niet vanuit de regierol die de overheid kan innemen. Er is heel wat winst te halen uit een verduurzaming van de logistiek zeker wat betreft de ‘last mile’. Die blijkt het duurste deel te zijn van het traject en tegelijkertijd de meest vervuilende. Reden waarom BBL dit als transitiethema opneemt en reden ook waarop de Vlaamse overheid er een ‘Green Deal’ over opstelde. De aanpak die Bart voorstelde ( zie presentatie) is samen te vatten onder vier V’s: vermijden, verschuiven, verschonen en verbinden. Met dit laatste bedoelt hij regionale samenwerking, wat eens te meer een regierol geeft aan de overheid.
Kris Peeters lessen over de bewoonde kom zinderden na. Ook bij de nabespreking. ‘Mensen zien graag mensen’ wat een sterk pleidooi betekent voor de publieke ruimte waar helaas ‘de auto alles complex maakt’. Zijn referentie naar de ‘Village Effect’ van Susan Pinker is zeker ter harte te nemen. Betekenisvolle sociale relaties kunnen we maar opbouwen als er menselijk verkeer mogelijk is. Wie dan langs een drukke weg woont, … En met een verwijzing naar Jan Gehl, de ‘Steden voor Mensen’ bedenker, pleitte Kris voor ‘grage wegen’. Een straat waar de snelheid voor wagens laag is (zone 30, woonerf, fietsstraat) en waar het menselijk verkeer zich graag verplaatst.
Tot slot van een goed gevuld inhoudelijk programma eindigde de projectleider door iedereen te danken en aan te kondigen dat het inspiratieboek te vinden is op de website.