
Water is vriend en vijand tegelijkertijd. Afhankelijk van de hoeveelheid of de kwaliteit is het gezond, leven brengend of gevaarlijk en levensbedreigend. Evenwicht en balans is noodzakelijk. En dit mankeert er nu in hoge mate. Denk aan de waterbom van verleden jaar in de Vesdervallei. “Du jamais vu”, maar in de toekomst nog te verwachten.
De toenemende droogte (zomer) en de overstromingsproblemen (winter) hebben dezelfde oorzaak en kunnen dus best samen aangepakt worden. Dat adviseren de experten toch in het recente rapport ‘Weerbaar Waterland’ (juli 2022). Dit advies is geschreven op vraag van de ministers Demir en Peeters, is 162 pagina’s lang en bevat zowel een beschrijving van de problemen als een voorzet van een plan van aanpak.
Tien concrete acties staan in het advies en onder het motto ‘we moeten ons voorbereiden op wat al gebeurt’ dringen de experten aan op een versnelling van de uitvoering.
Zij sommen vier elementen op uit het watersysteem die in de toekomst anders moeten. In concreto:
- Versterk de huidige werking rond de getijdenrivieren (Sigmaplan);
- Versterk de werking ‘rondom’ waterlopen of zorg voor ‘ruimte voor water’ in de vallei (Maaswerken, riviercontracten);
- Investeer om de neerslagafstroming te vertragen of verhoog het natuurlijk bufferend vermogen, zorg voor sponslandschappen (Blue deal, Water+Land+Schap);
- Ondersteun renovatie van steden en dorpen met groenblauwe inrichting (waterberging, infiltratie, hergebruik).
Dit laatste is voor de experten het hoofdprincipe bij het herbouwen van het landschap. In de praktijk wordt water veel te snel afgevoerd. Neerslag die in de winter valt, moet in de zomer nog beschikbaar zijn (zie schema) . Vasthouden is dus de boodschap: infiltreren, bufferen, vertraagd afvoeren.
Dit verhaal bracht ook Patrick Willems, waterbouwkundige KU Leuven en medeauteur van dit advies, in een reportage in ons ledenblad (Buiten_2020nr05_water)
Voor die andere aanpak zijn middelen nodig. Er is sprake van een watercommissaris, een waterzekerheidsfonds, bekkenhuizen en lokale gebiedscoalities waar sectorale bekommernissen zijn samengebracht. Het advies is degelijk en wetenschappelijk maar wie eenvoudige taal verwacht, zal teleurgesteld zijn.
Niets doen is géén optie meer. Henk Ovink, voorzitter van het expertenpanel en de eerste Nederlandse watergezant, verwijst trouwens in het voorwoord van het advies naar de uitspraak van de Amerikaanse econoom Nicholas Stern (The Economics of Climate Change, 2006): “The cost of inaction is greater than the cost of action.”
Eigen foto.