Menu

Terug naar Actualiteit >Voedselproductie wordt stadsbeleving

Geschreven op 11 mei 2016. - Maatschappelijke dossiers
stadslandbouw op Luchtbal

De verstedelijking wordt vergezeld van een vergroening die nu ook met ‘stadslandbouw’ geassocieerd wordt. De belangstelling voor gezonde voeding doet stedelingen moestuinieren en ondernemers een landbouwbedrijf uitbouwen in functie van de wensen van de stedelijke consumenten .

 
Stadslandbouw of ‘City farming’ scoort de laatste tijd hoog op de agenda van ontwerpers en politici. Sommigen dromen zelfs van zelfvoorzienende steden of de kleinschalige stedelijke landbouw als antwoord op de industriële landbouw op het platteland.
 

Stad en landbouw ontmoeten elkaar

“Stad en landbouw raken steeds meer met elkaar vervlochten en ontmoeten elkaar in de peri-urbane ruimte. De traditionele scheiding tussen stad en platteland, waarbij de stad was voorbehouden voor de industrie en het platteland voor de landbouw, vervaagt. Functies als wonen en industrie vinden hun weg naar het platteland maar ook landbouw vindt opnieuw zijn weg naar de stad: in ontwikkelingslanden is stadslandbouw een overlevingsstrategie (voedsel) en in het westen biedt stadslandbouw antwoord op de stedelijke vraag naar duurzame, groene en leefbare steden, lokaal geproduceerd voedsel, educatie, ontspanningsmogelijkheden, open ruimte, een mooi landschap, etc.”
Bron: ‘Landbouw in een groen en dynamisch stedengewest’ (VIA, 2010)
 

Waar komt ons voedsel vandaan?

Onze ruimtelijke ordening (Vlaanderen) heeft naast nadelen toch ook één voordeel. Onze stadskernen zijn 'klein' in vergelijking tot de buurlanden en daardoor ligt er nog veel landbouw in het gezichtsveld van de stedeling. Toch hebben gewone consumenten niet in de minste ervaring met voedselproductie.
 
Anderzijds toont het aankoopgedrag van de consument wel aan dat hij of zij bewust omgaat met voedsel. De vraag naar gezond én veilig én verantwoord én snel voedsel, vertaalt zich onder meer in verhoogde verkoop op de hoeve en in een toenemend aantal voedselteams. Supermarkten (die bijna 70% van alle voedsel verkopen) spelen in op deze trend door lokale producten te verkopen en aan te prijzen in hun rekken. Land- en tuinbouwbedrijven nabij de stad omarmen de aandacht van de consument.
 
Deze trend vertaalt zich ook in de heropleving van de moestuin.
 

Stadslandbouw is een breed begrip

Stadslandbouw is een overkoepelende term, die zowel activiteiten van de profitgedreven landbouw in en om de stad als het tuinieren van stedelingen omschrijft.
 
Deze vormen van landbouw en het tuinieren spelen in op de lokale, stedelijke vraag naar lokaal geproduceerd voedsel, naar een groene stad, naar een leefbare stad, naar landbouw- en voedseleducatie, naar zelfredzaamheid. Een voorbeeld zijn de initiatieven waar boer en verbruiker de handen in elkaar slaan.
 
Volks- en daktuinen, maar ook groentebakken, stads- en zelfpluktuinen, en zelfs groententeelt in met LED-licht verlichte pakhuizen midden in de stad worden allemaal verkocht onder één grote noemer namelijk ‘stadslandbouw’. De naam zegt echter meer over de plaats van het gebeuren dan over de landbouwvorm.
 

Stadslandbouw benoemt activiteiten van een zekere schaal waar boeren het initiatief nemen; stadstuinieren omvat alle activiteiten waar burgers het initiatief nemen.

 

Bij stadslandbouw is de betrokkenheid van de consument bij het productieproces hoog. In een stadslandbouwconcept bepaalt de consument mee het teeltplan of de aard van de investering. Er wordt open gecommuniceerd tussen boer en burger. In sommige gevallen valt de rol van producent en consument zelfs samen en daar ligt voor ons het onderscheid tussen stadslandbouw en stadstuinieren.

De ‘Community Supported Agriculture’ (CSA) initiatieven aan de rand van een aantal steden belichamen een mooi samengaan van socio-culturele, maar ook economische doelstellingen. De betrokken boer of tuinder haalt een volwaardig inkomen uit deze activiteit die zich richt tot stedelingen die aansluiting zoeken bij de productie van hun voedsel en er de nodige financiële vergoeding voor over hebben.

Land- en tuinbouwbedrijven gelegen aan de stadsrand en die hun bedrijfsuitbating geheel of deels richten op de korte keten, de aanlevering aan de stads(rand), educatie of recreatie bieden eveneens een antwoord op het stijgende bewustzijn bij een groeiende groep stedelingen over ons voedselsysteem en onze relatie tot voedsel. Deze multifunctionele bedrijven verkleinen de kloof tussen consument en producent. Bedrijfsmatig moet de economische leefbaarheid van de betrokken landbouwbedrijven wel het uitgangspunt blijven wat opgaat voor alle vormen van verbreding.

 

Indeling van stadslandbouw-initiatieven

Om de activiteiten in een bepaalde volgorde te zetten, is de indeling van de Research Centers on Urban Agriculture and Food Security (RUAF), het kenniscentrum voor stadslandbouw wereldwijd gebruikt. Acht types worden gegroepeerd in drie grote groepen, afhankelijk van de manier waarop de integratie in het stedelijk systeem plaatsvindt: niet-commerciële landbouw, marktgeoriënteerde stadslandbouw, multifunctionele stadslandbouw.
 
1 │ Niet-commerciële stadslandbouw (stadstuinieren)
Microfarming: op balkons, dakterrassen, tuinen, vensterbanken, voornamelijk vodor eigen gebruik, overschotten worden verkocht of weggeven aan buren of familie (zonder commercieel doel). Er worden voornamelijk groenten, fruit, sierplanten of kruiden geteeld en eventueel ook wat kippen, konijnen, etc. gehouden.
Volkstuinen: op speciaal daarvoor ingerichte complexen waarbij perceeltjes worden verhuurd. Ook hier wordt voornamelijk voor eigen gebruik geteeld en worden overschotten verkocht of weggeven aan buren of familie. Er worden voornamelijk groenten, fruit, sierplanten en kruiden geteeld. Institutionele tuinen: moestuinen binnen scholen, ziekenhuizen, gevangenissen, etc. Ze zijn voornamelijk educatief of therapeutisch bedoeld.
 
2 │ Marktgeoriënteerde stadslandbouw
Kleinschalige (half)commerciële akkerbouw- en tuinbouwbedrijven: het zijn kleinschalige bedrijven die voornamelijk groenten, fruit, kruiden en plantjes kweken en ze zijn meestal gelegen in peri-urbane gebieden. Deze bedrijven produceren voor eigen gebruik en voor de markt.
 
Kleinschalige (half)commerciële veeteeltbedrijven of aquacultuurbedrijven: het zijn kleinschalige bedrijven die voornamelijk pluimvee of een aantal koeien of varkens houden of vis of schaaldieren kweken. Ze produceren voornamelijk voor eigen gebruik en voor de markt.
 
Gespecialiseerde stadslandbouw: produceert voornamelijk gespecialiseerde producten zoals paddenstoelen, potplanten, bloemen, etc. Ze produceren voornamelijk voor de markt en zijn klein- tot grootschalig. Ze kunnen uitgroeien tot intensieve en sterk technologische bedrijven.
Grootschalige agrobedrijven: produceren op grotere schaal en zijn daarom vaak gelokaliseerd in de peri-urbane gebieden. Ze produceren voor de markt en maken gebruik van geavanceerde technologieën, meststoffen, krachtvoer, etc.
 
3 │ Multifunctionele stadslandbouw
Dit type stadslandbouw levert naast landbouwproducten ook andere diensten zoals hoevetoerisme, educatie, recreatie, agrarisch natuurbeheer, zelfplukboerderij, etc. Ze zijn voornamelijk peri-urbaan gelegen en soms intra-urbaan (bv. kinderboerderijen). De marktgerichte landbouw is altijd multifunctioneel omdat de landbouw naast voedsel ook ‘bijproducten’ levert, bv. een mooi landschap, een habitat voor soorten, etc.