
Wie op het platteland woont, moet zich dikwijls verplaatsen. Het grootste deel, of ongeveer 75 % van de bewoners neemt daarvoor de auto. Omwille van gezondheid, of milieu, of gemak, of 'gewoon', nemen meer en meer mensen de fiets of gaan ze te voet. In het vrijetijdsgebeuren is dit verworven, denk aan de recreatieve fiets- en wandelknooppunten uitgezet door de provinciale toeristische diensten.
In het functionele verkeer is er nog een lange weg af te leggen. Om dit succesvol te maken, is de wegeninfrastructuur van kapitaal belang. Om enige druk uit te oefenen op de overheid om de benodigde wegen aan te leggen en onderhouden is in 2002 de vzw Trage Wegen opgericht. Zij helpen en ondersteunen de lokale overheden om een netwerk van 'trage wegen' op te zetten en actueel te houden. Sommige gemeenten hebben al een aanbod van wandelroutes op basis van trage wegen, bijvoorbeeld in Lebbeke en Riemst.
Het begrip trage weg, een vertaling van het Franse concept 'voie lente', is nergens wettelijk bepaald. Het begrip wordt gebruikt voor wegen die van belang zijn om zich met lage snelheid t.t.z. niet gemotoriseerd, door het landschap te verplaatsen. Concreet duidt dit op veldwegen, aardewegen, kerkepaden, dijkwegen, doorsteekjes, fietspaden op gedeklasseerde spoorbeddingen (RAVEL), ventwegen enzovoort, die meestal tot het publieke domein behoren.
Wegen van het publieke domein, die beheerd worden door de gemeentelijke overheid, staan in de Atlas der Buurtwegen. Deze atlas is opgesteld voor elke (oude) gemeente in België en is via een website per provincie terug te vinden.
De atlas is opgesteld in uitvoering van de Wet van 10 april 1841 op de buurtwegen. Deze wet uit de begindagen van het koninkrijk is nog steeds geldig in het Vlaamse Gewest en reflecteeert het idee dat wegen in de buurt, versta: 'in de omgeving van het dorp (Steden moesten geen plan hebben!) een belangrijke economische rol vervullen en vandaar behoren tot het publieke domein. Het betrof verbindingen tussen verder afgelegen woningen en de kerk en wegen tussen de boerderijen en de omliggende velden. Die toestand is nog leesbaar in de atlassen, vandaar dat ze voor historici interessant zijn.
De wet schreef voor dat de atlas moest aangepast worden als er zich wijzigingen voordeden zoals afschaffing of verlegging van de buurtweg. Het is de gemeente die het initiatief moet nemen, en het is de provinciale deputatie die het moet goedkeuren. Onderhoudsplicht zit bij de gemeente, en als de buurtweg 30 jaar ononderbroken niet meer werd gebruikt, konnen de aangelanden de wegbedding verkrijgen of de 'verjarende verkrijging'. We gaan hier niet verder op in, maar de oude wet, de uitvoering, de opvolging... creëren op het terrein meningsverschillen.
Pas in het begin van deze eeuw kreeg de milieubeweging oog voor dit patrimonium en begon, eerst via de Bond Beter Leefmilieu, nadien via Trage Wegen vzw te pleiten voor het behoud en een beter onderhoud van de buurtwegen. Ze trokken zelfs naar de rechtbank om herstel te vragen en sommige gemeenten zijn zelfs veroordeeld.
Landelijke Gilden en Boerenbond promoten het gebruik van deze wegen omdat ze vele voordelen bieden. Ze beseffen ook dat een situatie die al decennia niet werd opgevolgd, aanleiding kan geven tot conflicten. Om de dialoog op het platteland te bevorderen schreven medewerkers van Landelijke Gilden en Boerenbond in 2008 een brochure 'over trage wegen' waarin een beoordelingskader staat dat bruikbaar is om het gesprek hierover te structureren.